In Amersfoort kwam de industriële revolutie pas laat op gang, zo rond 1860. De introductie van stoommachines bevorderde de vestiging van moderne ondernemingen in sterke mate. De eerste stoommachine verscheen in Amersfoort in 1866. In korte tijd werden talloze speciaal ontworpen fabrieken gebouwd op gunstige locaties, zoals aan de oevers van de Eem en langs uitvalswegen. Toen het gemeentebestuur in 1914 het Eemkwartier bestempelde als industriegebied, kwam de ontwikkeling van de Amersfoortse industrie hier in een versnelling. Vooral bedrijven in de metaalverwerking, de chemie en de productie van genotmiddelen vestigden zich in het Eemkwartier, de wijk begrensd door Puntenburgerlaan, Geldersestraat, Koppelweg en Smallepad.
De industrie is één van de belangrijkste oorzaken geweest van de huidige omvang en welvaart van Amersfoort, naast de centrale ligging in Nederland, de aanwezigheid van een omvangrijk garnizoen en de vestiging van de wagenwerkplaats.
De jaren dertig tot zestig van de twintigste eeuw waren de hoogtijdagen van de Amersfoortse industrie. Tussen 1945 en 1957 werd maar liefst twintig hectare nieuw industrieterrein in gebruik genomen. Toch waren de eerste tekenen van verval al voor 1960 zichtbaar. Zo verdween het in 1911 gevestigde Eysink in de jaren vijftig. De tabaksindustrie was voor 1960 geheel verdwenen. Remia vertrok, de Phoenix brouwerij stopte en de broodfabriek verdween naar Utrecht.
Met de verdwijning van de bedrijven verdwenen ook al gauw hun kenmerkende gebouwen.
Sloop van de COVA bracht al de nodige emoties te weeg onder de bevolking. Toen ook nog de sloop van de wagenwerkplaats dreigde, werd de Stichting Industrieel Erfgoed in Amersfoort opgericht (SIESTA).
Na een langdurige afbraakperiode zijn er weinig complexen overgebleven. Op dit moment kent Amersfoort nog vijf (gedeeltelijk) bestaande grotere complexen: Rohm & Haas, NS Wagenwerkplaats, Warner Jenkinson, NCS station aan het Smallepad en Intradal. Naast deze grotere complexen bestaan er verspreid over de stad nog allerlei kleinere industriële restanten en overblijfselen van het waterstaatkundige en militaire verleden uit verschillende perioden.